Veenendaal – Geen feesten en zonnige stranden in Albufeira of Sunny Beach, maar negen weken in de Alpen. Daar sliep student Matthijs Karels (21) uit Veenendaal in een tentje en bond zijn hardloopschoenen onder om door de bergen te rennen. En dat allemaal om komend weekend in topvorm aan de start te verschijnen bij een trailrunkampioenschap in Zwitserland.
De lucht boven de Mont Buet in Frankrijk barst open terwijl Karels nog een keer zijn tas doorzoekt. Hij weet al dat hij zijn regenjas niet gaat vinden, maar kijkt toch. Het zou mooi weer worden, de jas betekende alleen maar extra gewicht. IJskoud heeft hij het in zijn doorweekte kleding, op 3000 meter hoogte. “Deze fout maak ik nooit meer”, prent Karels zich in zijn hoofd als hij aan de lange tocht terug naar de camping begint.
Wat Karels op die Mont Buet deed heet trailrunnen: hardlopen op onverharde paden, meestal in de bergen. Meestal legt Karels wel zo’n 30 à 40 kilometer af, met duizenden hoogtemeters. Eerst ploeterend bergop, daarna in sneltreinvaart weer naar beneden. “Maximaal genieten is dat, maar het duurt natuurlijk veel korter dan de kilometers die je omhoog gaat.”
Wel of geen regenpak?
Op vakantie in Zuid-Polen dacht de Veenendaler: ik wil best de bergen in, maar dat mag wel wat sneller dan wandeltempo. Drie jaar later is die ingeving uitgegroeid tot een hobby die hem bijna al zijn vakanties kost. “Gelukkig heb ik als student veel vakantiedagen, maar aan geld schort het nog wel.”
Alsof je de Tour de France rijdt en onderweg zelf moet koken op een primitief gasstelletje, daar vergelijkt Karels het trailrunnen mee. Want net als wielrenners moet hij duizenden calorieën per dag binnenkrijgen, maar slaapt hij niet in hotels en heeft hij geen kok mee.
Op dagen dat hij hardloopt, zet hij zijn wekker vroeg. Ruim voor zonsopkomst. Als ontbijt eet hij een kom havermout (“met lekker veel honing”) of als dat niet kan wat witbrood. In zijn tas gaat vervolgens alles wat hij nodig heeft: bananen, water, veel haribosnoep en dus altijd een regenpak. “Dat is elke keer weer een puzzel tussen wat je nodig hebt en zo min mogelijk gewicht.”
Buitenspelen in de sneeuw
Wat trailrunnen volgens Karels zo leuk maak, zijn de afstanden. Je komt stukken verder dan met wandelen. “Op plekken waar écht niemand is. Je ziet de zon achter de bergtoppen opkomen, hoort de wind ruisen. Dat heeft iets puurs, iets heel indrukwekkends.”
Bovendien zijn de routes heel afwisselend. “De ene keer loop ik over een goed aangelegd pad, de andere keer ploeter ik urenlang door sneeuw en gletsjers. Eigenlijk kun je op elke ondergrond wel lopen en dat hoort ook heel erg bij de bergen. Het is écht alsof je aan het buitenspelen bent en wel ziet wat op je pad komt.”
Winnen Onder 23-klassement
Al dat rennen in de bergen doet Karels niet voor niets. Aanstaande vrijdag en zondag komt hij namelijk in actie op een van de belangrijkste trailrunkampioenschappen ter wereld: de Golden Trail Series in Zwitserland. Daar heeft hij zich voor geplaatst door het Onder 23-klassement te winnen bij wedstrijden in Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland. Daardoor vertegenwoordigt hij komend weekend niet Nederland, maar die drie landen op het toernooi.
Van dat toernooi durft hij nog niet te veel te verwachten. “Ik ben vooral benieuwd waar ik sta en misschien kan ik voor een mooie klassering gaan. In het Onder 23-klassement kan ik misschien hoog eindigen en uiteindelijk hoop ik vooral te genieten.”
Wees de eerste om reactie te geven